“Kunnen anticiperen op de klinische achteruitgang van een foetus in plaats van te moeten reageren op de realiteit, dat is het doel”

Wanneer er complicaties optreden bij een zwangerschap of bevalling, geeft de frequentie en variabiliteit van de hartslag een indicatie van de gezondheidstoestand van ongeboren of te vroeg geboren kinderen. De manier waarop dat nu wordt gemonitord, is vooral een momentopname.

Chantal Eenkhoorn (Erasmus MC, afdeling Verloskunde en Gynaecologie), PhD-onderzoeker bij het wetenschappelijke programma Medical Delta Institute of Fetal & Neonatal Care, onderzoekt nieuwe manieren om hartritmepatronen bij foetussen doorlopend te kunnen monitoren. “Uiteindelijk hoop ik dat zorgverleners daarmee kunnen anticiperen op de klinische toestand van de foetus, in plaats van pas te gaan meten wanneer de foetus achteruit gaat.”

Waarom ben je dit onderzoek gaan doen?

“Ik studeerde BioMedical Engineering aan de TU Delft en liep tijdens mijn opleiding stage bij een kinderziekenhuis. Hoe wij met behulp van geboortezorg een enorme invloed hebben op het verloop van het leven van de allerkleinsten fascineerde mij. Maar op het gebied van monitoring valt nog veel winst te behalen, dit wordt al jaren op dezelfde manier gedaan met bekabelde systemen. De metingen zijn momentopnamen, waarbij een zorgverlener ter plekke de frequentie en variabiliteit van hartritmepatronen bekijkt en dit analyseert. Deze manier van meten zorgt ervoor dat je enkel wat kan zeggen over de klinische conditie op het moment van de meting, waardoor het goed kan zijn dat tekenen van verslechtering over het hoofd worden gezien. En wanneer deze signalen wel worden gezien, kan de zorgverlener enkel reageren.

Mijn doel is om met behulp van continue monitoring door draadloze sensoren, het systeem zo aan te passen dat zorgverleners kunnen anticiperen op hartritmepatronen. Hopelijk kunnen hierdoor vaker complicaties bij foetussen en neonaten worden voorkomen.”

Lees verder

Bron: Medical Delta

Datum: 23 maart 2023