
Click here for the English version.
‘Disbalans tussen onderwijsaanbod en behoefte arbeidsmarkt’
Zakia Guernina trad een kleine twee jaar geleden toe tot het College van Bestuur van Hogeschool Rotterdam. Vanaf het begin maakt ze zich sterk voor een betere afstemming tussen opleidingsaanbod en -inhoud en de arbeidsmarktbehoefte. ‘De scheidslijn tussen onderwijs en bedrijfsleven moet verder opgeheven worden.’
Toen Zakia Guernina (1968) in september 2018 aantrad binnen het bestuur van Hogeschool Rotterdam (HR) deed ze dat met open blik. In haar openingsspeech voor het afgelopen schooljaar 2019-2020 nam Guernina het woord disbalans in de mond. Ze legt uit: ‘We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen dat ons onderwijs aansluit bij de behoefte van de arbeidsmarkt. Dat betekent dat de inhoud van ons onderwijs goed moet passen bij de wensen van het werkveld, maar ook dat we bijdragen aan de oplossing van dreigende tekorten in sectoren als onderwijs, zorg en techniek. ’ Die constatering is één, er daadwerkelijk iets aan doen is twee. En dat doet de hogeschool. ‘Dat kan enerzijds door goed te kijken naar ons opleidingsaanbod en de -inhoud en anderzijds door het bedrijfsleven meer hierbij te betrekken. Als onderwijsinstelling zitten we in de haarvaten van het bedrijfsleven; we leveren een groot deel van de potentiële werknemers voor de profit- en non-profitsector.’
Toekomstbestendige crossovers
Daarom worden binnen Hogeschool Rotterdam opleidingen uit het domein Economie toekomstbestendig vormgegeven. Vanaf schooljaar 2019-2020 zijn de economische opleidingen samengevoegd tot een nieuwe business-school. Beoogd wordt dat alle studenten van de HR Business School gedurende hun opleiding nadrukkelijk in aanraking komen met verschillende disciplines uit andere sectoren, zoals de zorg en de techniek. ‘Wij vinden dat dat moet, omdat bijvoorbeeld zorgtechnologie niet meer weg te denken is uit ons leven,’ zegt Guernina. ‘Zeker de toekomstige ondernemers die wij afleveren, hebben er baat bij om multidisciplinair te denken en te handelen. Bovendien geloof ik mijn hele leven al heilig in ongebruikelijke crossovers. Zet mensen van verschillende partijen bij elkaar en je krijgt de beste innovaties.’
Die stelling wordt al in de praktijk bewezen binnen het concept Create4Care, dat HR samen met het Erasmus MC heeft opgezet. Hier werken studenten aan oplossingen voor problemen waar verpleegkundigen in hun dagelijkse praktijk tegen aanlopen. Guernina: ‘Studenten productontwikkeling, engineering en economie werken samen met zorgstudenten én professionals. Dat leidt tot prachtige resultaten. Zo heeft een van onze studenten een 3D-babyscan bedacht, waardoor couveusebaby’s veel makkelijker en nauwkeuriger opgemeten kunnen worden. Een innovatief idee dat op alle fronten voor verbetering zorgt en mogelijk ook echt vermarkt wordt. Dáár krijg ik energie van.’
Denktank
Als bestuurder van Hogeschool Rotterdam nam ze samen met de bestuurders van Albeda, hogeschool Inholland en Zadkine het initiatief tot de Verkenning Toekomst Economisch Beroepsonderwijs Rotterdam. In opdracht van deze vier beroepsonderwijsinstellingen buigt een onafhankelijke denktank zich over de vraag: “Hoe zorgen we ervoor dat het economisch beroepsonderwijs in Rotterdam toekomstbestendig blijft?” De denktank bestaat uit Miriam Hoekstra (directeur Airport Operations van Schiphol), Mai Elmar (directeur Cruise Port Rotterdam en voorzitter van VNO-NCW regio Rotterdam), Barbara Kathmann (wethouder Economie in Rotterdam), ondernemer Laamia Elyounoussi (oprichter schoonmaakbedrijf Schone Zaak), bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt Marc van der Meer (Tilburg University) en Ludo Baauw (CEO Intermax Group).
Het manifest met antwoorden hoe het economisch beroepsonderwijs toekomst bestendig gemaakt kan worden is op 15 juli door de onafhankelijke denktank overhandigd aan de bestuurders van de vier beroepsonderwijsinstellingen in Rotterdam. Guernina licht toe: Eén van de adviezen is dat ‘de scheidslijn tussen onderwijs en bedrijfsleven verder opgeheven moet worden. Als we nog meer samenwerken, kunnen we zowel de jonge professionals een goed toekomstperspectief bieden als het bedrijfsleven voorzien van (betere) kwalitatieve aansluiting. Dat blijft overigens een continu proces. Ik denk bijvoorbeeld aan constructies waarbij studenten de laatste twee jaar van hun opleiding al twee dagen in de week ergens aan het werk gaan en de overige drie dagen hun opleiding bij ons afronden. Als ze zijn afgestudeerd, houden we graag contact. Zodat zij ons kunnen vertellen over ontwikkelingen in het werkveld, en wij hen kunnen ondersteunen in het kader van “een leven lang leren”. Dat is echt hoe ik de toekomst zie.’
‘Rotterdam heeft juiste formule’
Guernina weet zich daarbij gesteund door wethouder Barbara Kathmann van Economie, die daar hetzelfde over denkt. ‘Wij zijn een perfecte match, qua energie en qua ambitie. We vinden allebei dat er in Rotterdam een unieke kans ligt op het gebied van mkb, zorg en onderwijs. Dat roepen we ook steeds harder, mede omdat de infrastructuur op dat vlak al heel goed is. Je hebt Rotterdam Partners, de gemeente die op verschillende manieren heel actief is en een innovatieve en almaar groeiende life sciences and health sector. Er is in Rotterdam veel ruimte om gewoon dingen te gaan proberen en om te kijken of het lukt. Samen dingen doen in plaats van dingen van elkaar vinden. Dat lijkt me de juiste formule om voorwaarts te gaan.’
Voor meer informatie over de verkenning van de toekomt van het economische beroepsonderwijs in Rotterdam, ga naar: www.hr.nl/toekomstberoepsonderwijs010
Bron: Hogeschool Rotterdam
Datum: 16 juli 2020